Emotioneel ontslag
Een medewerker neemt tijdens een emotioneel verlopen functioneringsgesprek, ontslag. Tot die tijd had de medewerker verder - op papier - voldoende gefunctioneerd. In die zelfde gemoedstoestand bevestigt de medewerker per brief het ontslag. Later krijgt de medewerker spijt, zeker als deze zich realiseert dat hij verwijtbaar werkloos is en geen uitkering krijgt. De werknemer wil het ontslag ongedaan maken.
De werkgever weigert, de werknemer wist wat hij deed. Daarop mocht de werkgever vertrouwen en bovendien is er drie keer een schriftelijke bevestiging gekomen, kortom hier is geen sprake van een impuls.
De kantonrechter denkt daar anders over. De medewerker is te veel overrompeld door het functioneringsgesprek. Er is bovendien maar één gesprek geweest en de medewerker is niet juridisch bijgestaan en kende de gevolgen onvoldoende. Bovendien zet de medewerker een dienstverband van 10 jaar op het spel.
De werkgever had hier een ruimere tijd moeten nemen, de medewerker duidelijker op de consequenties moeten wijzen en het was beter geweest om meer dan één gesprek te voeren.
De les voor werkgevers is dat bij een emotioneel ontslag de werkgever zich moet inspannen voordat er sprake is van een "gerechtvaardigd vertrouwen" in het ontslag. Het aanbieden van juridische ondersteuning kan daarin een belangrijke bijdrage leveren.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten