De veranderingen in de wet WMO en de AWBZ dwingen zorgorganisaties om productiever te werken. Dat vraagt een andere manier van gedrag, denken en handelen van de medewerkers. Daarbij komen de veranderingen in de verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd, krapte op de arbeidsmarkt door ontgroening en vergrijzing en een hoog percentage verzuim. Redenen genoeg om na te denken over de vraag hoe zorg en welzijn haar medewerkers optimaal inzetbaar kan houden?
Hoe houden instellingen hun medewerkers tevreden? Hoe zorgen zij er voor dat lichamelijke en psychische belasting binnen de grenzen blijven? Kortom hoe blijven medewerkers gemotiveerd, gemotiveerde medewerkers leveren immers de beste bijdrage aan de organisatie.
Het goede nieuws is dat medewerkers in welzijn en zorg in het algemeen tevreden zijn. Het zijn verbonden medewerkers, zij hebben vanuit een overtuiging voor het vak gekozen. Zo lang zij het idee en gevoel hebben dat zij een bijdrage kunnen leveren, blijft de tevredenheid op een voldoende niveau. Toch zijn er knelpunten waaraan instellingen iets kunnen doen
- Medewerkers vinden het prettig om duidelijk hun grenzen aan te kunnen geven. Overleg, een open eerlijke communicatie met de leidinggevende en teamgenoten én coaching zijn hier sleutelwoorden.
- De oudere medewerker ervaart de avond en nachtdiensten als een zware belasting. Het herstel duurt langer naarmate zij ouder worden. Een goed balans in de oud/jong verhouding in de teams kan hier verlichting brengen. Het anders plannen van avond en ochtend diensten kan ook een optie zijn.
- Oudere medewerkers hebben vaak moeite met ICT en het zorgdossier. Zij ervaren dit als een extra belasting. Opleiden, scholen en begeleiden kunnen hier verlichting bieden.
.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten