Calamiteitenverlof

Er wordt gebeld. Een kind van de medewerkers is ziek geworden op school. Een medewerker wordt gebeld dat er water onder de voordeur heen loopt. De medewerker wil graag weg van de werkplek. Maar die klus dan?
Wellicht dat u deze situaties herkent.
Een van de juridische vragen waar managers en leidinggevenden mee worstelen is het calamiteitenverlof. Wat is er nu wel of niet geregeld. Het antwoord op die vraag staat in de Wet Arbeid en Zorg.
Een medewerker kan een beroep doen op calimteitenverlof met volledig behoud van loon. Daarbij is het van belang om vast te stellen dat als de calamiteit ophoudt, ook het verlof stopt. Bij een ziek kind kan dat verlof een dag duren en mag de werkgever aannemen dat de werknemer er alles aan zal doen om maatregelen te nemen zodat hij of zij de dag er na weer op het werk is. Bij wateroverlast eindigt de calamiteit op het moment dat de de lekkage verholpen is (het dichtdraaien van de hoofdkraan) en er maatregelen genomen zijn om verdere schade te voorkomen (het dweilen van de vloer) Daarmee is de calamiteit ten einde. Het wachten op de loodgieter om de leidingen te repareren valt daar dus niet onder, die tijd komt voor rekening van de werknemer.
In de praktijk is het echter verstandig om hierover met de werknemer afspraken te maken. Bij de ene medewerker - die elke week een calamiteit heeft - zullen die afpraken strakker zijn dan bij de andere werknemer - waar nooit iets aan de hand is. Tijdens het calamiteitenverlof ben je als werkgever verplicht om het salaris gewoon door te betalen. Wel kun je aan de werknemer voorstellen om het calamiteitenverlof als vakantie aan te merken.

Mag ik een werknemer ontslaan?
Als een werknemer niet in staat is arbeid te verrichten in verband met een noodgeval mag u in geen enkel geval overgaan tot ontslag. Ook niet als een werknemer het verlof pas meldt of toelicht achteraf, dus bij terugkomst op het werk.
Als een kind langer ziek blijft en de medewerker kan niets regelen, dan is er een beroep op kortdurend zorgverlof mogelijk. De medewerker kan een beroep doen op kortdurend zorgverlof (artikel 5 WAZO) Het recht op zorgverlof omvat 2 keer de arbeidsduur per week op jaarbasis, de werkgever dient dan 70% van haar loon door te betalen (5 wazo en 7:629 BW)