Vanaf 1 januari 2015 is een concurrentiebeding in een tijdelijk contract in principe niet meer toegestaan, tenzij daar een héél goede rede voor is. In het beding zelf moet die hele goede reden worden genoemd én gemotiveerd; waarom kan juist deze werknemer grote schade berokkenen als hij bij de concurrent zou gaan werken?
Juist omdat het steeds moet gaan om specifieke situaties, is het geven van een voorbeeldbepaling niet mogelijk.
Een richting kan wel worden gegeven. Als de navolgende vragen met een volmondig ’ja’ kunnen worden beantwoord én u kunt ook motiveren waarom het antwoord ’ja’ is, dan kan een concurrentiebeding in een tijdelijk contract ook na 1 januari 2015 worden overeengekomen:
- Kan deze werknemer met de kennis en ervaring die hij bij u heeft opgedaan daadwerkelijk schade aanrichten als hij bij een concurrent gaat werken?
- Is die schade substantieel voor u als werkgever?
- Is het concurrentiebeding voldoende specifiek? Verbiedt het slechts die specifieke handelingen die de werkgever daadwerkelijk schade kunnen berokkenen? Een ontwerper van hippe spijkerbroeken zou bijvoorbeeld wel verboden kunnen worden om bij een ander spijkerbroekenmerk te gaan werken, maar niet om in de mode werkzaam te zijn.
- Is het concurrentiebeding redelijk? Te lange duur en/of een te groot geografisch gebied is meestal niet redelijk.
Voor vaste contracten blijven de regels (vooralsnog) zoals ze zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten