De gemiddelde leeftijd van de Nederlandse bevolking stijgt. De uitstroom van oudere medewerkers neemt de komende jaren toe en de instroom van jongeren neemt af. De overheid wil daarom oudere medewerkers zo lang mogelijk aan de arbeidsmarkt laten deelnemen en neemt maatregelen zoals het verhogen van de pensioenleeftijd. Tegelijkertijd worden regelingen in CAO's voor oudere medewerkers afgebouwd.
Oudere medewerkers hebben een imagoprobleem. Zo zouden zij vaker ziek zijn, niet meer mee kunnen komen met technologische ontwikkelingen en minder productief en flexibel zijn. Uit onderzoek blijkt dit niet juist te zijn. Het verzuim neemt wel toe als medewerkers ouder worden, maar vooral door ernstigere medische problemen. Oudere medewerkers meldden zich overigen minder vaak ziek. Er zijn overigens ook onderzoeken waaruit blijkt dat oudere medewerkers vaak juist betere prestaties leveren en betere sociale vaardigheden bezitten dan hun jongere collega’s. Bovendien zorgen zij voor kennisoverdracht tussen generaties en zijn doorgeefluik voor normen en waarden.
Wat kunnen werkgevers doen om oudere medewerkers productief te laten blijven?
- Bij zwaar en fysiek werk kan gekeken worden naar het tegengaan van slijtage en verzuim doordat mensen lange tijd hetzelfde werk doen. Denk aan aanpassingen op de werkvloer, combi-banen van zwaar en licht lichamelijk werk of taakroulatie.
- De mentorrol. Het vastleggen en overdragen van kennis aan een jongere collega vanuit een mentorrol. Er kan nu iets nagelaten worden aan de organisatie en het kan extra motivatie geven in het werk.
- De Oudere medewerkers heeft ook een eigen verantwoordelijkheid. Zij kunnen zelf zorgen voor een goede gezondheid en vitaliteit door hun leefstijl aan te passen of door specifieke trainingen te volgen. Het gaat hier om het stimuleren van een pro actieve houding en het vergroten van de eigen duurzame inzetbaarheid.
- Zijn er specifieke regelingen die behulpzaam kunnen zijn? Een keuze model arbeidsvoorwaarden kan hier goed ondersteunen. Denk aan de mogelijkheid om extra verlof te mogen kopen, of de mogelijkheid om af te mogen zien van onregelmatige diensten. In steeds meer CAO's worden deze mogelijkheden opgenomen.
- Is er straks helemaal geen ‘eigen’ werk meer beschikbaar voor de medewerker, dan zal hij elk voorhanden en enigszins passend werk dienen te aanvaarden, binnen of buiten de organisatie. Dit kan middels demotie of via detachering.
De centrale vraag is of de organisatie hen nog voldoende kan inzetten. Als blijkt dat die mogelijkheden onvoldoende zijn dan is een vrijwillig vertrek aan serieuze optie. Detachering elders zou dan een goede oplossing kunnen zijn. De organisatie kan ook goede regelingen treffen middels een wederzijdse beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De optie van minder vrijwillig vertrek hebben wij hier buiten beschouwing gelaten.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten