Werkgevers weten inmiddels wel dat zij werknemers niet vaker dan drie keer een contract kunnen aanbieden, als zij willen voorkomen dat de werknemer in "vaste" dienst komt. Het vierde contract levert, tenzij de CAO daarover iets anders zegt, een vast contract op.
Een optie die vaak gebruikt wordt, is een tussenpoos van drie maanden tussen de contracten in te lassen. Er kunnen dan weer drie contracten worden afgesproken. Toch is dit niet zo vanzelf sprekend.In 2007 oordeelde de rechter dat het afspreken van herindiensttreding na een tussenpoos van drie maanden na het derde contract in beginsel geen ontduiking van bovenstaande regels hoeft op te leveren. Dit kan echter anders zijn wanneer er sprake is van een schijnhandeling. Het gaat dan vooral om situaties waarbij de werkgever de medewerker geen andere keuze laat dan drie maanden niet voor hem te werken (of bij hem in dienst te zijn) Het hangt van de omstandigheden van het geval af of er sprake is van een onredelijke uitkomst die om correctie vraagt. De medewerker staat sterker wanneer hij aannemelijk kan maken dat er sprake is van misbruik van de regeling door de werkgever. Bijvoorbeeld als de werkgever handelt op een wijze welke alleen gericht is om de medewerker ontslagbescherming te onthouden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten